Voordat ik u meeneem in de wereld van Citizens Science, zal ik mij even in het kort voorstellen. Mijn naam is Marieke van der Waarde, woonachtig in Gouda, sinds 2024 mede-eigenaar van een heel mooi stukje land aan de rand van de Reeuwijkse Plassen waar ik enorm geniet van de natuur en rust. In een ver verleden afgestudeerd aan de Universiteit Wageningen als landbouwingenieur, nu werkzaam als duurzame tuinvrouw. Als zeiler en roeier al goed bekend met het Reeuwijkse vaarwater. Na de oproep voor vrijwilligers voor de nieuwsbriefredactie heb ik mij aangemeld, en gaat u meer van mij horen.
Citizens scientists IJsbrand en Tommie
Op een warme zomeravond heb ik afgesproken met IJsbrand Swart en Tommie Pot om meer te weten te komen over de Citizens Science werkgroep waterkwaliteit Reeuwijkse plassen. De Citizens science groep is ontstaan als initiatief vanuit de Natuuracademie Reeuwijkse Plassen. De Natuuracademie is een samenwerkingsverband tussen IVN IJssel en Gouwe en de KNNV Gouda en omstreken en richt zich op het geven van informatie aan de bewoners, bezoekers en geïnteresseerden van de Reeuwijkse Plassen.
Minicursus ‘Hoe meet je de waterkwaliteit’?
Een aantal jaren geleden werd een minicursus ‘Hoe meet je de waterkwaliteit’ gegeven. Dit kan aan de hand van een aantal kenmerken, zoals ‘zie je waterplanten’, het meten van nutriënten (voedingsstoffen) en de PH-waarde (zuurgraad). Het is vergelijkbaar met wat ze in viskwekerijen doen. Met test-strips worden de chemische waarden van het water gemeten en krijg je een indicatie van de kwaliteit. Is het goed of is het slecht, niet veel meer dan dat.
Er was grote belangstelling voor deze minicursus, waarna een oproep is gedaan om deel te nemen aan de Citizens Science groep (C.S.-groep). Deze is toen gestart met 13 deelnemers. Inmiddels bestaat de groep uit zo’n 8 man/vrouw en kan hij wel weer wat versterking gebruiken.
Maar wat doet deze C.S. groep nu precies?
4 keer per jaar gaan ze met elkaar op stap om op een aantal punten in het Reeuwijkse Plassengebied de waterkwaliteit te meten. De meetpunten worden, onder leiding van IJsbrand Swart en Tommie Pot, verdeeld over kleine groepjes (2 of 3 deelnemers) en deze gaan het gebied in. Er zijn op dit moment 24 meetpunten, bijna allemaal vanaf de kant bereikbaar. Midden op de plas wordt (nog) niet meegenomen in de metingen, want hier is de bodem vaak totaal door bagger bedekt. Op bagger wil haast niets groeien, daardoor zijn er geen waterdiertjes en die zijn juist nodig om iets te kunnen zeggen over de waterkwaliteit.
Met behulp van een herkenningskaart (welke plant of welk waterbeestje zie ik?), een schepnetje, opvangbakjes, test-strips en de secchi-schijf (waarmee je de diepte en doorzicht van het water meet) worden de metingen uitgevoerd, o.a. door het nemen van watermonsters. Na afloop spreken de groepjes op een centrale plek af om samen alle data te noteren.
Het materiaal dat de C.S.-groep hanteert, werd eerst geleend van de KNNV Gouda en omstreken. Inmiddels beschikt de groep door sponsoring door Ons Fonds en Stichting De 12 Reeuwijkse Plassen over eigen materiaal.
Er wordt nu gewerkt met het zogenaamde Belgische model (geen grap), dat een indicatie geeft over de waterkwaliteit aan de hand van de aanwezige diergroepen. Het blijkt dat het voorkomen van bepaalde groepen van diertjes een directe link heeft met goede of slechte waterkwaliteit. Veel kokerjuffers zijn bijvoorbeeld een indicatie voor schoon water, terwijl juist veel rattenstaartlarven een indicatie zijn voor sterk vervuild water. Je hoeft dus niets te weten over de feitelijke chemische samenstelling van het water om een uitspraak te kunnen doen over de waterkwaliteit.
Wat gebeurt er met de metingen van de C.S.-groep?
Hoogheemraadschap van Rijnland is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en het meten hiervan. De resultaten van de metingen van de C.S.-groep zijn een aanvulling voor Rijnland; de verzamelde data wordt met Rijnland gedeeld. Ook al is de wijze van meten niet in verhouding tot wat het Hoogheemraadschap meet, het geeft wel een indicatie hoe het is gesteld met de waterkwaliteit. En het is een laagdrempelige manier van meten dat door burgers uitgevoerd kan worden. Het resultaat is dat al enkele jaren blijkt, dat het gemiddeld tot slecht gesteld is met de waterkwaliteit.
Tot slot hebben we het nog gehad over natuurvriendelijke oevers (NVO’s). Deze kunnen indirect een bijdrage leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit. In het najaar wordt er vanuit de Natuuracademie weer aandacht besteed aan dit onderwerp. Dit keer wordt uitgelegd hoe je een natuurvriendelijke oever aan kunt leggen met behoud van de bestaande ‘harde’ oeverbescherming. Hoe dat er precies uit gaat zien, blijft nog even geheim. Ik zou zeggen: houd de website in de gaten of meld je alvast als geïnteresseerde bij joke.natuuracademie@gmail.com.
Het was al met al een heel interessant gesprek met IJsbrand en Tommie!
Ik ga graag een keer met de Citizens Science groep op stap om te zien hoe het in de praktijk toegaat. En ik hoop dat ik meer mensen enthousiast heb weten te maken om mee te gaan doen. De eerstvolgende bijeenkomst is op een zaterdagochtend in augustus; je kunt je aanmelden bij IJsbrand via ecoloog@12reeuwijkseplassen.nl.