Op 11 februari jl. heeft onze voorzitter Hans Richters gebruik gemaakt van het spreekrecht om ons commentaar te geven op de besluitnota ” Invoeren actieve diepteschouw baggeren overig water’. Dit spreekrecht houdt in dat de burger in de gelegenheid wordt gesteld de Verenigde Vergadering (analogie: gemeenteraad) van het Hoogheemraadschap van Rijnland toe te speken en je mening te geven over een onderwerp van de agenda.
Genoemde besluitnota behelst het voornemen van Rijnland in de komende periode sterker te gaan handhaven op het de volgens de legger*) op voorgeschreven diepte houden van de wateren onder beheer van Rijnland. Daartoe behoren ook de Reeuwijkse Plassen en omgeving.
Middels een zogenaamde schouw gaat het Hoogheemraadschap inventariseren waar de waterdiepte niet voldoet aan de legger. Belangrijk hierbij is dat de watereigenaren wettelijk gehouden zijn te voldoen aan de eisen van de legger.
Voor de Reeuwijkse plassen geldt een leggerdiepte van 60 cm en voor de weteringen 1 meter. Eén en ander kan dus directe gevolgen hebben voor de watereigenaren. Daarom vonden wij het nodig om hierover in te spreken. Naast D12RP heeft de Vereniging van Watereigenaren en Rechthebbende Gebruikers (VWR) bij monde van Anton Schiere ook gebruik gemaakt van het spreekrecht.
De inbreng van D12RP laat zich samenvatten in de volgende vier cruciale punten:
1. Het Reeuwijkse Plassengebied is uniek door de uitzonderlijke eigendomsverhoudingen.
In een grijs verleden zijn de door de vervening ondergelopen kavels in particulier handen gebleven. Daardoor is het eigendom van de plassen verdeeld over circa 500 eigenaren. Dit is vrij uniek en geheel anders dan in vergelijkbare plassen. Het vraag daarom om een meer aangepaste aanpak dan hier is uitgewerkt.
2. Effectief baggeren vraagt coördinatie en samenwerking.
Volgens de voorliggende besluitnota zijn de eigenaren elk zelf onderhoudsplichtig en verantwoordelijk voor de baggeropgave. Dat betekent theoretisch dat elke eigenaar zelf aan de slag zal moeten. U zult begrijpen dat dit tot een inefficiënte en ongecoördineerde uitvoering zal leiden met potentieel negatieve onderlinge effecten, en ook een hoge belasting van de omgeving, kortom veel gedoe.
3. Bagger doet wat ‘ie wil
Bagger is niet te sturen en gedraagt zich volgens de natuurwetten. In de plassen dus vooral volgens de heersende windrichtingen. Daardoor belandt de bagger van de ene kavel op het andere kavel. En zo zijn er eigenaren met ondiepe gedeelten en eigenaren waar het water overal op diepte is. Volgens de hier voorgestelde aanpak leidt dat tot een zeer onevenredige kostenverdelingen tussen de eigenaren.
4. Bagger is van iedereen
Bagger kent dus feitelijk geen eigenaar en is een gemeenschappelijk probleem. De financiële en uitvoerende onderhoudsplicht vraagt een gezamenlijke aanpak. Dus zonder cofinanciering en coördinatie zal de uitvoering onnodig gecompliceerd en inefficiënt worden.
Wij hebben nadrukkelijk aangegeven dat wij ons organisatievermogen, lokale kennis en netwerk graag beschikbaar stellen om de uitvoering gecoördineerd en vooral ook in overeenstemming met de wensen van de belanghebbenden te laten verlopen.
Inmiddels zij er vervolgafspraken gemaakt met Rijnland om deze problematiek gezamenlijk verder aan te pakken.
*) een legger is een officieel document zijnde een verzameling van kaarten waarop de normen (bijv. breedte en diepte) voor onder beheer staande waterwerken staan beschreven. Deze legger wordt regelmatig geactualiseerd en vastgesteld door de Verenigde Vergadering.
Zie ook het verslag van VWR en de inspreektekst door voorzitter Anton Schiere: