Mevr. Grard Noorman is een Sluipwijkse op leeftijd. Zij heeft voor het Streekmuseum een aantal verhalen op schrift gesteld over hoe het vroeger in het Reeuwijkse plassengebied toeging. In het volgende verhaal vertelt zij hoe gebaggerd werd rondom Reeuwijk.
De weteringen en de sloten werden diep gehouden door te baggeren met de baggerbeugel. Kinderen gingen met hun vader mee en hadden dan een eigen baggerbeugel met een langer touw, zodat de bagger door aan het touw te trekken geleegd werd, wat minder zwaar was. De bagger werd gebruikt om het land op te hogen en werd door kroos geschikt gemaakt voor de tuin. Kroos was in die tijd een belangrijke bron van inkomsten. Een zgn. losarbeider had een soort houten hark, waarmee hij de kroos in de schouw trok en zijn zoon moest dan het bijkomende water weer uit de schouw hozen. Hij kon 2 schouwen volmaken in een dag en verspreiden op het land en dat bracht 5 gulden op.
Door de vervening kwam er ook bagger vrij. Tot 1930 werd er verveend in Reeuwijk. De bovengrond werd met de schop afgegraven, dat ging bijv. naar de tuinen in Boskoop of naar de ringdijk, die opgehoogd moest worden; daarna kreeg je water en onder het water veen. Dat moest met een baggerbeugel in een schuit gebaggerd worden. De bagger per beugel woog wel 40 kilo. Men had dan ook beschermende stukken leer op de schouders. Met de schuit vol blubber ging het naar een legakker, waar het met een speciale schep (hoos) op het land gegooid werd. Dan moest de egale massa een aantal dagen drogen, voordat er met het treebord (klompen met een plank eronder) op gelopen kon worden. Het moest niet te hard, maar ook niet te zacht zijn. Elke dag moest er met het treebord op gelopen worden. De lichtbruine turf, die eerst 22 cm hoog was, moest inklinken tot 15 cm. Hoe dit precies in zijn werk ging kunt u in het Streekmuseum Reeuwijk zien, hier wordt een diaserie getoond over het vervenen van het Reeuwijkse Land.
Een vroegere bewoner vertelde me dat men moet baggeren om het water helder te houden. De sloot (en de plas) moet op diepte gehouden worden. Het gaat er om alle losse bagger (vergane waterplanten, bladeren, kroos) van het veen af te halen. Vroeger werd dat vanzelfsprekend gedaan, omdat de bewoners de bagger nodig hadden als compost op het land of om het land op te hogen. En dan was er vroeger ook nog ‘de Schouw’, een controle van de waterschappen van de diepte van de sloot.
Redactie: het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in de OTRP-bijeenkomst (Overlegplatform Toekomst Reeuwijkse Plassen) aangekondigd binnen afzienbare tijd weer te gaan schouwen, lees bericht.